Welkom op de website van Dutch City Roleplay. Wij zijn een community die er van houd om het altijd gezellig te maken. Wij gamen, maken plezier en het belangrijkste, wij zijn altijd vrolijk!

Wetboek
Algemene Bepalingen
A1 - Toepassing

Het wetboek van Dutch city is van toepassing op het gehele grondgebied van de stad Dutch city .
Aanvullend op alle beschreven gevallen in dit wetboek is het Nederlands recht van toepassing.


A2 - Geldigheid

  1. Bij verandering van een wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, wordt voor de verdachte de meest gunstigste bepalingen toegepast.
  2. Het is voor een staff-lid niet toegestaan om mee te beslissen over een zaak die over hunzelf, vrienden en/of familie gaat. Dit om te versterken dat een zaak op een eerlijke en rechtvaardige manier behandeld wordt.
  3. Minderjarigen worden binnen Dutch city op dezelfde manier behandeld als volwassenen. Alle bepalingen, straffen en dergelijke zijn ook van toepassing op hen. Minderjarigen hebben dezelfde rechten en plichten als volwassenen. Het jeugdstrafrecht is in Dutch city  niet van toepassing.

A3 - Verjaring van het strafbaar feit

  1. Strafbare feiten verjaren na een periode van 30 dagen.

A4 - Strafbepaling
Straffen zijn vastgesteld en opgenomen per artikel. Hieronder vallen:

  • Officiele waarschuwingen
  • Taakstraffen
  • Gevangenisstraffen
  • Inbeslagnames
  • Geldboetes
  • Een opgelegde straf is nooit hoger dan de vastgestelde waarden.
  • Een straf kan wel verhoogd worden door het stapelen van overtredingen.
  • Indien er sprake is van meerdere slachtoffers van een geweldsdelict, dan wordt er voor elk extra slachtoffer 25% van de oorspronkelijke straf bij de uiteindelijke straf toegevoegd. Bij 2 slachtoffers zal er dus sprake zijn van een strafverhoging van 25% van de normale strafmaat, en zo verder.
  • Indien er sprake is van meermaals gepleegde exact dezelfde strafbare feiten waarbij er sprake is van andere omstandigheden, dan wordt er voor elk extra delict 50% van de oorspronkelijke straf van het delict toegevoegd bij de totaalstraf.
  • Er geldt een maximumcelstraf van 120 maanden. Als er volgens het wetboek meer dan 120 maanden aan de verdachte opgelegd (mogen) worden, dan wordt de boete verhoogd. De boete wordt verhoogd met 250 euro per extra maand boven de 120 maanden met een maximum van 120 maanden. (denk hierbij gewoon logisch en realistisch na en ga niet iemand expres allerlei overtredingen opleggen, want dat valt gewoon onder FailRP!)
  • Een straf kan ook verlaagd worden door verzachtende omstandigheden.
  • Een straf kan geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden worden op basis van uitsluitingsgronden.

A5 - Inbeslagnames en invorderingen
Wanneer een strafbaar feit gepleegd is met een goed, of wanneer een goed uit een strafbaar feit is verkregen, kan deze in beslag worden genomen.

  • De keuze voor inbeslagname is ter beoordeling van de politie.
  • Verwerking van de in beslag genomen goederen (behalve voertuigen) geschiedt volgens richtlijn van Politie;

Wanneer een voertuig in beslag wordt genomen vanwege een strafbaar feit:

  • Kan deze maximaal drie (3) dagen worden vastgehouden voor onderzoek, in deze 3 dagen heeft de politie  de tijd om de bewijzen te verzamelen en beschikbaar te stellen;
  • Zal deze, nadat bewijsbaar is aangetoond dat het voertuig onderdeel was van een strafbaar feit, uitgekocht kunnen worden op basis van de ernst van het strafbaar feit, 24 uur nadat de inbeslagname is geregistreerd in de politiesystemen;
  • Zal deze, wanneer, met inachtneming van de vorige regel, het voertuig tevens uit het water moest worden gehaald, uitgekocht kunnen worden op toevoeging van 10% op het basisuitkoop percentage;
  • Zal deze kosteloos worden teruggegeven als er na 3 dagen tijd niet voldoende bewijs is voor de inbeslagname, als een advocaat op de 3e dag pas de hOvj/Ovj benaderd, heeft de hOvj/Ovj het recht om een extra 48 uur te nemen voor extra bewijs op te vragen als dat er zou zijn.
  • Zal deze kosteloos worden teruggegeven indien aan is getoond dat het voertuig als gestolen is opgegeven voor de tijd van het gepleegde strafbaar feit. Het opgeven als gestolen moet worden gedaan door middel van aangifte bij een ambtenaar in functie.
  • Wanneer het goed bewijsbaar onderdeel was van het strafbare feit en de eigenaar daarvan overleden is, dan zal het voertuig ook uitgekocht moeten worden volgens de standaardregels.
  • Wanneer een advocaat een hOvj of Ovj inschakeld heeft deze altijd het recht om 48 uur de tijd te krijgen om bewijs op te vragen vanaf het moment dat hij of zij ingeschakeld wordt. Deze 48 uur kunnen dus ook het maximum van 3 dagen/ 72 uur verlengen als de hOvj of Ovj pas op de 3e dag wordt ingeschakeld. Indien de officier op de 1ste dag wordt ingeschakeld, dan is lid a leidend en mag deze 48 uur niet gebruikt worden om de maximum duur van 3 dagen te verlengen.
  • Er kan alleen in beroep gegaan worden tegen een inbeslagname door middel van een advocaat. Het voertuig kan er alleen uitgehaald worden als er een advocaat betrokken is, of d.m.v. het klachtenformulier.
  • Uitzonderingsgrond voor teruggave van het voertuig is, indien het een voertuig betreft zoals omschreven in Artikel III-14 Illegale voertuigen of indien een voertuig voor de vierde keer in beslag wordt genomen. In dit geval zal het voertuig worden vernietigd of verkocht. Ook voertuigen die langer dan veertien (14) dagen in de opslag staan, zullen worden vernietigd of verkocht. Dit laatste geldt niet indien er bezwaar is aangetekend via het klachtenformulier van de politie.

Geldige redenen voor inbeslagname zijn:

  • Plegen van een strafbaar feit uit het wetboek van Dutch city  waarbij het goed direct of indirect betrokken is, behalve fout parkeren en een snelheidsovertreding met uitzondering zoals beschreven in lid E van dit artikel;
  • Plegen van een misdrijf uit de Nederlandse wetgeving waarbij het goed direct of indirect betrokken is;
  • Niet stoppen voor stopteken gegeven door middel van een politietransparant of rode lamp;
  • Niet voldoen aan (verkeer) aanwijzing van bevoegde en als zodanig kenbare opsporingsambtenaar;
  • Snelheidsovertreding van meer dan 100% van de maximumsnelheid;
  • Op de openbare weg rijden met een voertuig met daarop een WOK-status.
  • Alle bovenstaande leden gelden ook voor helikopters en vliegtuigen.
  • Meerdere notities voor het vliegen zonder vliegbrevet zal resulteren in een inbeslagname van het voertuig.

A6 - Consultatierecht

  1. Krachtens artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is het een verdachte, voorafgaand aan een verhoor, toegestaan consultatie te ontvangen van zijn of haar voorkeursadvocaat.
  2. Indien de voorkeursadvocaat genoemd in lid 1 niet beschikbaar is, is een vervangend advocaat afdoende om te voldoen aan dit recht.
  3. Indien de verdachte verkiest zelf een voorkeursadvocaat op te roepen zijn de kosten van consultatie en rechtsbijstand voor rekening van de verdachte;
  4. Indien de oproep zoals genoemd in lid 3 niet mogelijk blijkt, of de verdachte weigert een advocaat op te roepen, dan is de verbalisant verplicht tot het oproepen van een advocaat voor de verdachte;
  5. Uitsluitingsgrond voor lid 4 is wanneer verdachte expliciet en ondubbelzinnig afziet van zijn of haar recht tot consultatie.

A7 - Algemene rechtsbeginselen

  1. De algemene rechtsbeginselen stellen eisen en scheppen kaders aan beleid of regelgeving. Beleid of regelgeving dat onvoldoende aansluit op algemene rechtsbeginselen kan onderhevig zijn aan uitsluiting of verwerping.
  2. Onder de algemene rechtsbeginselen wordt verstaan:
  3. Subsidiariteit, het toepassen van maatregelen en acties die het minst bezwarend zijn;
  4. Proportionaliteit, het in verhouding hebben en houden van acties, sancties en beslissingen ten opzichte van het (mogelijk) gepleegde feit;
  5. Behoorlijk Bestuur, gebaseerd op de beginselen van vertrouwen, rechtszekerheid, gelijkheid en onpartijdigheid;
  6. Legaliteit, waarbij het overheidsoptreden dat ingrijpt op de rechten en plichten (persoonlijke levenssfeer) van burgers moet berusten op een wettelijke grondslag;
  7. Kenbaarheid van regelgeving, waarbij burgers in staat gesteld moeten zijn kennis te nemen van regelgeving;
  8. Redelijkheid en billijkheid, waarbij als factor de redelijkheid en rechtmatigheid als ongeschreven regel dient te gelden bij overeenkomsten en situaties;
  9. Hoor en wederhoor, waarbij alle partijen recht hebben om hun zegje te doen;
  10. Onschuldpresumptie, waarbij een verdachte onschuldig is tot het tegendeel bewezen is;
  11. Détournement de pouvoir, waarbij de wet alleen mag toegepast worden waar deze voor bedoeld is;
  12. Ne bis in idem, waarbij iemand niet tweemaal veroordeeld mag worden voor hetzelfde feit;
  13. Het schutznorm-beginsel, waarbij er geen rechtsgevolg of sanctie wordt gekoppeld aan een vormfout als de verdachte niet zelf is getroffen in een (verdedigings) belang dat door het geschonden vormvoorschrift wordt beschermd.

A8 - Medeplichtigheid en medeplegen
Als medeplichtigen van een strafbaar feit worden gestraft:

  • zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf;
  • zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf;
  • zij die opzettelijk het misdrijf bevorderen of makkelijker maken.
  • Er is sprake van medeplichtigheid als de verdachte behulpzaam is geweest bij het plegen van het strafbare feit van een ander persoon. Bij medeplichtigheid is de rol van de medeplichtige duidelijk kleiner dan de rol van de hoofdverdachte.
  • Bij medeplichtigheid aan een strafbaar feit wordt de straf met 33% verminderd.
  • Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:
  • zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;
  • zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.
  • Er is sprake van medeplegen indien twee of meer personen gezamenlijk een strafbaar feit plegen, waarbij er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking. Het draait hierbij voornamelijk om een samenwerking.
  • Daders en medeplichtigen van een strafbaar feit worden gestraft volgens de strafbepaling van het desbetreffende artikel.
  • Indien er onduidelijkheid is over medeplegen of medeplichtigheid tijdens een strafzaak dan kan een Hulpofficier van Justitie, Officier van Justitie of in uiterste gevallen een rechter hierover een eindoordeel vellen.

A9 - Voorhechtenis

  1. Voorhechtenis is alleen toegestaan voor feiten waar een celstraf op staat.
  2. Voorhechtenis kan alleen gegeven worden indien er wettig overtuigend bewijs is dat de verdachte een strafbaar feit heeft begaan.
  3. De maximale periode van de voorhechtenis is 24 uur. Dit kan maximaal verlengt worden tot 72 uur voorarrest door een hOvJ.

Titel I - Vermogensdelicten
Artikel I-1 Diefstal (310 SR)

  1. Een persoon is schuldig aan diefstal wanneer hij of zij een goed of voertuig wegneemt zonder toestemming of enig recht daartoe te hebben.
  2. Bij een poging tot diefstal kan de maximale straf opgelegd worden tot 33% van de volledige strafeis.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

10 maanden

€10000,-

Tweede Veroordeling

18 maanden

€12500,-

Meerdere Veroordelingen

36 maanden

€15000,-


Artikel I-2 Gekwalificeerde Diefstal (311 SR)

  1. Als een persoon een diefstal pleegt in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, terwijl hij of zij zich daar zonder toestemming of tegen de wil van de eigenaar bevindt, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  2. Als een persoon in groepsverband een diefstal pleegt, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  3. Als een persoon een diefstal pleegt door middel van braak, verbreking of inklimming, valse sleutels, een valse order of een vals kostuum, wordt deze persoon als schuldig beschouwd omdat hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het goed heeft bereikt.
  4. Als er sprake is van een poging tot gekwalificeerde diefstal, wordt de straf met 33% verminderd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

5 maanden

€15000,-

Tweede Veroordeling

10 maanden

€17500,-

Meerdere Veroordelingen

20 maanden

€25000,-


Artikel I-3 Diefstal met geweld / Overval (312 SR)

  1. Wanneer iemand zonder toestemming of recht een goed wegneemt en daarbij geweld gebruikt in welke vorm dan ook, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  2. Het gebruik van geweld kan voorkomen bij de voorbereiding, diefstal, overval of vlucht.
  3. Als er sprake is van een poging tot diefstal met geweld of overval, wordt de straf met 33% verminderd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

36 maanden

€ 20000,-

Tweede Veroordeling

72 maanden

€ 25000,-

Meerdere Veroordelingen

108 maanden

€ 30000,-


Artikel I-4 Afpersing (317 SR)

  1. Een persoon die met dwang gegevens of goederen opeist van een derde, wordt als schuldig beschouwd.
  2. Het forceren of eisen van een actie van een derde met dwang, leidt tot schuldigheid van de persoon die dit doet.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

45 maanden

€ 7500,-

Tweede Veroordeling

72 maanden

€ 10000,-

Meerdere Veroordelingen

108 maanden

€ 15000,-


Artikel I-5 Afdreiging / Chantage (318 SR)

  1. Een persoon die gegevens of goederen opeist van een derde door bedreiging met smaad of openbaring van een geheim, wordt als schuldig beschouwd.
  2. Het forceren of eisen van een actie van een derde door bedreiging met smaad of openbaring van een geheim, maakt een persoon schuldig.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

27 maanden

€ 7500,-

Tweede Veroordeling

40 maanden

€ 10000,-

Meerdere Veroordelingen

90 maanden

€ 15000,-


Artikel I-6 Verduistering (321 SR)

  1. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij geld of goederen, die niet middels een misdrijf verkregen zijn, maar wel toebehoren aan een ander, opzettelijk en wederrechtelijk toeëigent.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

20 uur

€ 5000,-

Tweede Veroordeling

30 uur

€ 7500,-

Meerdere Veroordelingen

60 uur

€ 10000,-


Artikel I-7 Heling (416 SR)

  1. Een persoon die een goed verkrijgt dat afkomstig is uit een misdrijf, of er aanspraak op maakt, wordt beschouwd als schuldig.
  2. Ook iemand die voordeel haalt uit de opbrengst van een door misdrijf verkregen goed wordt als schuldig beschouwd.
  3. Als een persoon redelijkerwijs geen weet kan hebben van de criminele oorsprong van het goed, wordt hij of zij als niet schuldig beschouwd.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

20 uur

€ 2000,-

Tweede Veroordeling

30 uur

€ 4000,-

Meerdere Veroordelingen

60 uur

€ 5000,-


Artikel I-8 Witwassen (420bis SR)

  1. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij of zij geld of goederen afkomstig van een misdrijf mengt of probeert te mengen met het normale circuit van geld en goederen.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

27 maanden

€ 15000,-

Tweede Veroordeling

54 maanden

€ 20000,-

Meerdere Veroordelingen

108 maanden

€ 25000,-


Artikel I-9 Geldige verklaring herkomst contanten (321 SR)

  1. Wanneer er tijdens aanhouding van een persoon door verbalisant een geldbedrag, hoger dan € 15000,- aan contanten aangetroffen wordt bij die persoon, zal er om geldige verklaring van herkomst gevraagd worden.
  2. Wanneer deze verklaring niet bewijsbaar of redelijkerwijs aannemelijk is, dan heeft de verbalisant de bevoegdheid dit bedrag in beslag te nemen voor onderzoek.
  3. Wanneer uit onderzoek blijkt, volgend op de inbeslagname zoals bedoeld in lid 2, geen criminele herkomst kan aantonen, dan is de betreffende organisatie gemaand tot restitutie.
  4. Wanneer uit onderzoek blijkt, volgend op de inbeslagname zoals bedoeld in lid 2, criminele herkomst aantoont, dan zal de in beslag genomen som vernietigd worden.

Titel II - Geweldsdelicten
Artikel II-1 Wederspannigheid/verzet (180 SR)

  1. Een persoon die geweld pleegt of zich gewelddadig verzet tegen een ambtenaar in functie, wordt als schuldig beschouwd.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

 10 uur

€ 1000,-

Tweede Veroordeling

15 uur

€ 1500,-

Meerdere Veroordelingen

20 uur

€ 2000,-


Artikel II-2 Gijzeling (282 SR)

  1. Een persoon die de vrijheid van een derde wederrechtelijk berooft, wordt beschouwd als schuldig.
  2. Wanneer de ambtenaar in functie het slachtoffer is, wordt de straf met 33% verhoogd.
  3. Als er sprake is van een poging tot wederrechtelijke beroving van de vrijheid van een derde, wordt de straf met 33% verminderd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

54 maanden

€ 10000,-

Tweede Veroordeling

63 maanden

€ 15000,-

Meerdere Veroordelingen

72 maanden

€20000,-


Artikel II-3 Bedreiging (285 SR)

  1. Een persoon die dreigt met geweld of een misdrijf tegen personen of eigendommen, wordt beschouwd als schuldig.
  2. Indien de ambtenaar in functie het slachtoffer is, wordt de straf met 33% verhoogd.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

15 uur

€ 3000,-

Tweede Veroordeling

20 uur

€ 4000,-

Meerdere Veroordelingen

25 uur

€ 5000,-


Artikel II-4 Doodslag (287 SR)

  1. Een persoon die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt beschouwd als schuldig.
  2. Als het slachtoffer een ambtenaar in functie is, wordt de straf met 33% verhoogd.
  3. Bij een poging tot doodslag wordt de straf met 33% verlaagd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

72 maanden

€ 15000,-

Tweede Veroordeling

81 maanden

€ 20000,-

Meerdere Veroordelingen

90 maanden

€ 25000,-


Artikel II-5 Moord (289 SR)

  1. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij opzettelijk en met voorbedachte rade iemand van het leven berooft.
  2. Indien het slachtoffer een ambtenaar in functie betreft, wordt de straf met 33% verhoogd.
  3. Bij een poging tot moord wordt de straf met 33% verminderd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

90 maanden

€ 20000,-

Tweede Veroordeling

99 maanden

€ 25000,-

Meerdere Veroordelingen

108 maanden

€ 30000,-


Artikel II-6 Eenvoudige mishandeling (300 SR)

  1. Indien iemand met opzet en zonder rechtmatige reden een ander licht lichamelijk of geestelijk letsel toebrengt, dan wordt diegene als schuldig beschouwd.
  2. Onder mishandeling valt ook het opzettelijk schaden van iemands gezondheid.
  3. Als de ambtenaar in functie het slachtoffer is, wordt de straf met 33% verhoogd.
  4. Het plegen van een poging tot eenvoudige mishandeling is niet strafbaar.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

50 uur

€ 5000,-

Tweede Veroordeling

60 uur

€ 7500,-

Meerdere Veroordelingen

70 uur

€ 10000,-


Artikel II-7 Zware mishandeling (302 SR)

  1. Indien een persoon opzettelijk en wederrechtelijk een ander mishandelt, waarbij er sprake is van zwaar lichamelijk of geestelijk letsel, dan wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  2. Het opzettelijk benadelen van de gezondheid wordt gelijkgesteld aan mishandeling.
  3. Wanneer het slachtoffer een ambtenaar in functie betreft, zal de straf met 33% worden verhoogd.
  4. Indien er sprake is van een poging tot zware mishandeling, wordt de straf met 33% verminderd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

9 maanden

€ 10000,-

Tweede Veroordeling

13 maanden

€ 12500,-

Meerdere Veroordelingen

18 maanden

€ 15000,-


Artikel II-8 Vernieling (350 SR)

  1. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer deze opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel of gedeeltelijk toebehoort aan een ander, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegneemt.
  2. Het doden, beschadigen, onbruikbaar maken of wegnemen van een (huis)dier wordt gelijkgesteld aan vernieling en is ook opzettelijk en wederrechtelijk.
  3. Als het goed of dier eigendom is van de overheid, wordt de straf verhoogd met 33%.
  4. Bij een poging tot vernieling wordt de straf met 33% verminderd.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

15 uur

€ 3000,-

Tweede Veroordeling

20 uur

€ 4500,-

Meerdere Veroordelingen

25 uur

€ 6000,-


Titel II-9 Terroristisch misdrijf (134a 142a SR)
Een terroristisch misdrijf/daad houdt in dat er sprake is van de intentie om de bevolking of een deel van de bevolking van een land ernstige angst aan te jagen, een overheid of internationale organisatie te dwingen om iets te doen, niet te doen of te tolereren, of om de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of internationale organisatie ernstig te verstoren of te vernietigen.


  1. Een persoon die opzettelijk gelegenheid, middelen of informatie verschaft of probeert te verschaffen om een terroristisch misdrijf te plegen of zich voor te bereiden op een terroristisch misdrijf, of die kennis of vaardigheden verwerft of aan een ander bijbrengt, wordt als schuldig beschouwd.
  2. Een persoon die met het oog op een terroristische daad een voorwerp verzendt of achterlaat op een al dan niet publiek toegankelijke plaats en dit tot ontploffing brengt, wordt als schuldig beschouwd.
  3. Een persoon die met het doel om een ander ten onrechte te laten geloven dat een ontploffing kan plaatsvinden, een voorwerp verzendt of achterlaat op een al dan niet publiek toegankelijke plaats of gegevens doorgeeft, wordt als schuldig beschouwd.
  4. Toepassing van dit artikel is alleen mogelijk met toestemming van een officier van justitie of een rechter.
  5. Een veroordeling op basis van dit artikel sluit verdere strafrechtelijke vervolging/veroordeling van andere strafbare feiten niet uit, tenzij dit in strijd is met het beginsel van Ne bis in idem zoals beschreven in artikel A10 - Algemene rechtsbeginselen.
  6. Bij veroordeling op basis van lid 3 wordt de straf met 33% verminderd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

130 maanden

€ 30000,-

Tweede Veroordeling

150 maanden

€ 37500,-

Meerdere Veroordelingen

180 maanden

€ 45000,-


Artikel II-10 Dood door schuld (307 SR)

  1. Een persoon die door zijn eigen handelen een ander het leven ontneemt, zonder opzet of voorbedachte rade, wordt als schuldig beschouwd.
  2. Als de schuld te wijten is aan roekeloosheid, wordt de straf met 33% verhoogd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

30 maanden

€ 10000,-

Tweede Veroordeling

50 maanden

€ 15000,-

Meerdere Veroordelingen

70 maanden

€ 20000,-


Titel III - Verkeersdelicten
Artikel III-1 Verkeersovertredingen in algemene zin (5 WVW)

  1. Bij verkeersovertredingen in het algemeen, zonder verdere specificatie van zwaardere misdrijven, wordt een boete van €500,- per geval opgelegd.
  2. De dienstdoende agent kan afhankelijk van de aard van de overtreding ervoor kiezen om een waarschuwing te geven in plaats van een boete.


Artikel III-2 Roekeloos rijgedrag (5 WVW)

  1. Er is sprake van schuldig gedrag in het verkeer wanneer iemand gevaar of mogelijke hinder veroorzaakt op de openbare weg.
  2. Het rijbewijs kan ook worden ingevorderd op basis van de inschatting van de dienstdoende agent.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling


€ 3000,-

Tweede Veroordeling

5 uur

€ 4000,-

Meerdere Veroordelingen

10 uur

€ 5000,-


Artikel III-3 Opzettelijk veroorzaken van ernstig gevaar of hinder (5a WvW)

1. Het is verboden om opzettelijk het verkeersgedrag dusdanig te schenden dat de verkeersregels ernstig worden overtreden en daarmee levensgevaar of risico op zwaar lichamelijk letsel voor anderen veroorzaakt wordt.
2. Als zodanige verkeersgedragingen kunnen de volgende gedragingen worden aangemerkt:
   a. Onvoldoende rechts houden op onoverzichtelijke plaatsen;
   b. Gevaarlijk inhalen;
   c. Over een vluchtstrook rijden waar dit niet is toegestaan;
   d. Niet verlenen van voorrang;
   e. Overschrijden van de krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid;
   f.  Zeer dicht achter een ander voertuig rijden;
   g. Door rood licht rijden;
   h. Tegen de verkeersrichting inrijden;
   i.  Tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden;
   j.  Niet opvolgen van verkeersaanwijzingen van daartoe op grond van deze wet bevoegde personen;
   k. Overtreden van andere verkeersregels van soortgelijk belang als die onder lid 2 genoemd.
3. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten:
   a. Het moet gaan om een opzettelijke gedraging, waardoor de verkeersregels ernstig worden geschonden. Dus gaat het om een onverantwoordelijk en               roekeloos rijgedrag, ook wanneer daardoor (nét) geen ongeval ontstaat;
   b. Door dat asociale en roekeloze gedrag moet duidelijk blijken dat daardoor levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander               kan ontstaan;
   c. Door één enkele van de genoemde overtredingen, al dan niet bewust gepleegd, wordt niet meteen dit artikel overtreden, het moet gaan om een                        combinatie van meerdere feiten die leiden tot roekeloos weggedrag en onaanvaardbaar risico. Die worden bepaald door de aard en het samenstel van            alle gedragingen en de omstandigheden waaronder deze werden verricht en alle feitelijke omstandigheden van het geval. Er wordt ook gekeken naar              veroordelingen voor artikel III-2/III-3 (5/5a WvW) in het verleden;
  d. Voor wat betreft de handhaving is staandehouding het uitgangspunt.
4. Alleen met toestemming van een (h)OvJ of rechter kan er een veroordeling plaatsvinden voor dit artikel.
5. Indien de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan ook het rijbewijs worden ingevorderd en/of het voertuig in beslag worden genomen.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

9 maanden

€ 3000,-

Tweede Veroordeling

12 maanden

€ 7500,-

Meerdere Veroordelingen

18 maanden

€ 10500,-


Artikel III-4 Veroorzaken ongeval, met al dan niet licht lichamelijk letsel tot gevolg (6 WVW)

  1. Wanneer iemand door een gevaarlijke of hinderlijke deelname aan het verkeer een ongeval veroorzaakt met al dan niet licht lichamelijk letsel aan een derde tot gevolg, wordt deze persoon beschouwd als schuldig.
  2. Onder licht lichamelijk letsel vallen alle verwondingen die ter plaatse behandeld kunnen worden en geen ziekenhuisopname vereisen.
  3. Het is mogelijk dat het rijbewijs wordt ingenomen op basis van de inschatting van de dienstdoende agent.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

10 uur

€ 4000,-

Tweede Veroordeling

15 uur

€ 5000,-

Meerdere Veroordelingen

20 uur

€ 6000,-


Artikel III-5 Veroorzaken ongeval, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg (6 WVW)

  1. Een persoon die door gevaarlijk of hinderlijk rijgedrag een ongeval veroorzaakt met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg bij een derde, wordt als schuldig beschouwd.
  2. Zwaar lichamelijk letsel omvat in dit geval alle verwondingen die niet ter plaatse behandeld kunnen worden.
  3. De dienstdoende agent kan het rijbewijs invorderen op basis van zijn/haar inschatting.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

15 uur

€ 10000,-

Tweede Veroordeling

20 uur

€ 11000,-

Meerdere Veroordelingen

25 uur

€ 12000,-


Artikel III-6 Veroorzaken ongeval, met de dood tot gevolg (6 WVW)

  1. Als gevolg van gevaarlijke of hinderlijke deelname aan het verkeer waardoor een derde persoon overlijdt, wordt iemand schuldig verklaard aan een ongeval.
  2. Afhankelijk van de beoordeling van de dienstdoende agent kan het rijbewijs ook worden ingevorderd.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

9 maanden

€ 16000,-

Tweede Veroordeling

13 maanden

€ 17000,-

Meerdere Veroordelingen

18 maanden

€ 18000,-


Artikel III-7 Verlaten plaats van verkeersongeval (7 WVW)

  1. Indien een persoon na een verkeersongeval de plaats verlaat, ongeacht of deze persoon schuldig was aan het ongeval, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  2. Als hierdoor een derde in hulpeloze toestand wordt achtergelaten, zal de straf met 33% worden verhoogd.
  3. Als de persoon zich alsnog tijdig bij de politie of KMar meldt, zal er geen strafvervolging plaatsvinden.
  4. De beslissing om een rijontzegging op te leggen is aan de dienstdoende ambtenaar.


Celstraf

Boete

Eerste Veroordeling

9 maanden

€ 15000,-

Tweede Veroordeling

13 maanden

€ 16000,-

Meerdere Veroordelingen

22 maanden

€ 18000,-


Artikel III-8 Rijden onder invloed (8 WVW)

  1. Een persoon die deelneemt aan het verkeer onder invloed van alcohol, verdovende middelen of medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden, wordt beschouwd als schuldig.
  2. Een uitzondering hierop is wanneer iemand te voet deelneemt aan het verkeer.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

30 uur

€ 4000,-

Tweede Veroordeling

40 uur

€ 6000,-

Meerdere Veroordelingen

60 uur

€ 6000,-


Artikel III-9 Rijden zonder bevoegdheid (9 WVW)

  1. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij of zij op de hoogte is of redelijkerwijs zou moeten weten dat de rijbevoegdheid is ontzegd en toch deelneemt aan het verkeer.
  2. Als het rijbewijs is ingevorderd, geldt de ontzegging van de rijbevoegdheid voor alle categorieën van dat rijbewijs.


Taakstraf

Boete

Eerste Veroordeling

10 uur

€ 4000,-

Tweede Veroordeling

20 uur

€ 5000,-

Meerdere Veroordelingen

30 uur

€ 6000,-


Artikel III-10 Fout parkeren (25 RVV 1990)

  1. Een persoon die zijn of haar voertuig op een wijze parkeert die niet overeenkomt met de aangegeven parkeersituatie, wordt als schuldig beschouwd. Voorbeelden hiervan zijn:
  2. Dubbelparkeren of opzettelijk het doorkruisen van parkeervakken;
  3. Parkeren langs een rode trottoirrand;
  4. Volledig parkeren op de stoep;
  5. Parkeren op een plaats die alleen bedoeld is voor dienstvoertuigen.
  6. Voor deze acties is een boete van € 1750,- vastgesteld.


Artikel III-11 Snelheidsovertredingen

  1. Wanneer iemand tijdens deelname aan het verkeer de wettelijk bepaalde snelheden niet in acht neemt, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
  2. Op alle landelijke wegen (snelwegen) is het toegestaan om maximaal 130 km/u te rijden. Op alle overige wegen is het toegestaan om maximaal 80 km/u te rijden.
  3. Er geldt een meetcorrectie van 5 kilometer en bij de eerste 5 kilometer te hard rijden blijft de overtreding onbestraft.
  4. Straftabel snelheidsovertredingen:


Taakstraf

Boete

0-50km/h


€ 1000,-

51-100km/h


€ 2000,-

101-150km/h


€ 3000,-

151/200km/h

10 uur

€ 4000,-

vanaf 200km/h

20 uur

€ 5000,-

  1. Bij een snelheidsovertreding waar de gemeten snelheid sneller is dan 200km/h kan de dienstdoende ambtenaar besluiten om het betreffende of meer rijbewijzen in te vorderen.


Artikel III-12 Voertuigeisen

  1. Een voertuig, behalve fietsen, moet ten minste één nummerplaat hebben. Indien dit niet mogelijk is, moet de bestuurder in het bezit zijn van een geldig document als bewijs van ontheffing.
  2. Indien een voertuig ramen heeft, moet het gezicht van de bestuurder en passagier(s) duidelijk zichtbaar zijn.
  3. Verlichting onder het voertuig is niet toegestaan bij deelname aan het verkeer.
  4. Het voertuig mag geen uitstekende onderdelen en/of grote schade hebben die de veiligheid in het gedrang brengt.
  5. Er mogen geen deuren ontbreken bij het voertuig, indien deze wel aanwezig behoren te zijn.
  6. Het voertuig moet een eentonige claxon hebben.
  7. Het voertuig mag geen WOK-status hebben bij deelname aan het verkeer.
  8. De koplampen van het voertuig moeten een witte of gele kleur hebben.

Strafbepalingen Voertuigeisen

  1. Een persoon is schuldig wanneer zijn of haar voertuig niet voldoet aan de gestelde eisen.
  2. Wanneer een bestuurder met een voertuig met een WOK-status deelneemt aan het verkeer en voor de eerste of tweede keer staande wordt gehouden, wordt dit beschouwd als een misdrijf. De sanctie hiervoor is inbeslagname van het voertuig.
  3. Bij een derde keer of vaker staande gehouden te worden, wordt de sanctie van inbeslagname van het voertuig vermeerderd met een taakstraf.
  4. De WOK-status is een status die in de politiesystemen wordt vastgelegd. Na reparatie of aanpassing van het voertuig kan de politie en/of KMar deze status verwijderen na visuele controle van het voertuig.

Rijden met WOK-status straffen

Artikel III-13 Overige verkeersboetes

  1. Ter bevordering van transparantie is dit artikel met gespecificeerde boetes opgenomen.
  2. Een volledig overzicht van alle boetes is tevens te vinden in het kostendocument.
  3. Onderstaande strafbare feiten kunnen bestraft worden met een boete, als zodanig:

Artikel III-14 Illegale voertuigen

  1. Schuldig is een persoon die weet of redelijkerwijs behoort te weten dat zijn of haar voertuig staat aangegeven als illegaal voertuig en zich bevind op een plek of plaats anders dan eigen- en/of privéterrein.
  2. Onder illegaal voertuig wordt verstaan, elk voertuig dat is aangeduid als 'illegaal' bij de cardealer en/of in onderstaande tabel is vermeld.
  3. Indien persoon wordt aangetroffen op zijn of haar voertuig zoals bedoeld in lid 1, wordt het voertuig direct in beslag genomen en vernietigd.
  4. Indien persoon zoals bedoeld in lid 3 niet de eigenaar van het voertuig is, wordt het voertuig eveneens direct in beslag genomen en vernietigd.
  5. De eigenaar van het voertuig blijft verantwoordelijk, ook al wordt het voertuig met een andere bestuurder aangetroffen.

Titel IV - Opiumwet
Artikel IV-1 Harddrugs (2 OW)

  1. Schuldig is een persoon die harddrugs vergaart, in bezit heeft, vervoert, of verkoopt.
  2. Schuldig is ook een persoon die de ingrediënten, benodigd voor het vervaardigen van harddrugs, vergaart, in bezit heeft, of verkoopt.
  3. Strafbepaling geschiedt op grond van de totale hoeveelheid die aangetroffen is, ook wanneer dit verspreid is over meerdere personen.
  4. De hoeveelheid zoals bedoeld in lid 3 wordt opgeteld ten laste gelegd per persoon.
  5. Wanneer niet te bewijzen valt dat meerdere personen in samenwerking waren wordt de strafbepaling niet opgeteld toegepast.
  6. Strafbepaling geschiedt op basis van aantallen ingrediënten en aantallen eindproducten.
  7. Wanneer er een mix van de aantallen in lid 6 aangetroffen wordt, zal er met een berekening van het aantal eindproducten maal 5, een totaal aan goederen berekend worden. De strafbepaling geschiedt vervolgens zoals bepaald in lid 2.

Rekentabel Harddrugs: ingrediënten

Rekentabel Harddrugs: eindproducten


Artikel IV-2 Softdrugs (3 OW)

  1. Schuldig is een persoon die softdrugs vergaart, in bezit heeft, vervoert, of verkoopt.
  2. Schuldig is ook een persoon die de ingrediënten, benodigd voor het vervaardigen van softdrugs, vergaart, in bezit heeft, of verkoopt.
  3. Strafbepaling geschiedt op grond van de totale hoeveelheid die aangetroffen is, ook wanneer dit verspreid is over meerdere personen.
  4. Niet schuldig is een persoon die 5 ingrediënten 1 eindproduct voor eigen gebruik bij zich draagt.
  5. De hoeveelheid zoals bedoeld in lid 3 wordt opgeteld ten laste gelegd per persoon.
  6. Wanneer niet te bewijzen valt dat meerdere personen in samenwerking waren wordt de strafbepaling niet opgeteld toegepast.
  7. Strafbepaling geschiedt op basis van aantallen ingrediënten en aantallen eindproducten.
  8. Wanneer er een mix van de aantallen in lid 7 aangetroffen wordt, zal er met een berekening van het aantal eindproducten maal 5, een totaal aan goederen berekend worden. De strafbepaling geschiedt vervolgens zoals bepaald in lid 2.

Rekentabel Softdrugs: ingrediënten


Titel V - Wet Wapens en Munitie
Artikel V-1 Tasers (26 WWM)

  1. Strafbaar is een persoon die een stroomstootwapen voorhanden heeft, bij zich draagt, opgeslagen heeft in huis of in de laadruimte van zijn of haar vervoersmiddel.


Artikel V-2 Vuurwapens en Explosieven (26 WWM)

  1. Strafbaar is een persoon die een vuurwapen voorhanden heeft, bij zich draagt, of opgeslagen heeft in huis of in de laadruimte van zijn of haar vervoersmiddel.
  2. Onderscheid wordt gemaakt tussen:
  3. kleine vuurwapens (pistolen, revolvers, e.d.), aangeduid als Categorie 1;
  4. Automatische vuurwapens, jachtgeweren, shotguns, explosieven, granaten, thermiet, etc., aangeduid als Categorie 2.


Artikel V-3 Steek- en slagwapens (27 WWM)

  1. Strafbaar is een persoon die een steekwapen voorhanden heeft, bij zich draagt, of opgeslagen heeft in huis of in de laadruimte van zijn of haar vervoersmiddel.
  2. Strafbaar is een persoon die een slagwapen voorhanden heeft of bij zich draagt, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze bestemd is om letsel toe te brengen.
  3. Er geldt een gedoogbeleid betreffende het bezit van steekwapens. Indien er geen strafbaar feit is gepleegd met het wapen, kan een persoon het wapen vrijwillig afgeven en in ruil daarvoor geen strafvervolging ondergaan.
  4. In risicogebieden is het voorhanden hebben, bij je dragen, of opgeslagen hebben in huis of in de laadruimte van je vervoersmiddel van een steek- of
    slagwapen onder alle omstandigheden verboden. Het gedoogbeleid is dan niet van toepassing.


Artikel V-4 Nepwapens, holsters en replica's (26 WWM)

  1. Strafbaar is een persoon die een holster draagt met daarin een nepwapen of replica die, van dichtbij of op enige afstand, niet gemakkelijk van echt te onderscheiden is.

Artikel V-5 Wapenhandel (14-20 WWM)

  1. Strafbaar is een persoon die wapens, aangemerkt als niet legaal, invoert, uitvoert, of doorvoert zonder hiervoor een geldig consent te hebben.
  2. Indien een ophanden zijnde wapentransactie aantoonbaar gepleegd zou gaan worden, of dreigde te gaan worden, doch niet is afgerond, wordt dit aangemerkt als poging tot wapenhandel.
  3. Een poging tot wapenhandel zoals beschreven in lid 2 wordt bestraft als zijnde wapenhandel, verminderd met 1/2.

Titel VI - Wet op de Kansspelen

Artikel VI-1 Algemeen verbod (1 Wok)

  1. Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning een gelegenheid biedt om mee te dingen naar prijzen of geld, in de vorm van een kansspel.
  2. Niet schuldig is een persoon die hiervoor een geldende vergunning heeft.


Artikel VI-2 Casinospelen (27g Wok)

  1. Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning casinospelen op basis van kansbepaling publiekelijk of bedrijfsmatig aanbiedt.
  2. Niet schuldig is een persoon die hiervoor een geldende vergunning heeft.
  3. De Overheid behoudt het recht om op één of enkele plekken casinospelen aan te bieden.


Artikel VI-3 Loterijen (27 Wok)

  1. Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning een gelegenheid biedt om mededingers een aantal symbolen te doen voorspellen, die door loting of trekking worden verkregen uit een van tevoren opgegeven aantal symbolen ("De Lotto").
  2. Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning een loterij houdt waarbij een winnend lotnummer door trekking wordt gekozen.
  3. Niet schuldig is een persoon die hiervoor een geldende vergunning heeft.


Artikel VI-4 Verdubbelaar en pyramidespel (1a Wok)

  1. Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning een gelegenheid biedt om geld of goederen te verdubbelen door het afgeven of overmaken van een voorgesteld bedrag of goed.
  2. Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning geld of goederen eist, teneinde daaruit een voordeel uit te beloven dat geheel of ten dele afhankelijk is van de afgifte van geld of goederen door latere deelnemers.
  3. Niet schuldig is een persoon die hiervoor een geldende vergunning heeft.

Titel VII - Uitsluitings- en strafverminderingsgronden
Artikel VII-1 Algemene Uitsluitingen (39-43 SR)
Niet schuldig is een persoon die:

  • wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn of haar geestvermogens een strafbaar feit begaat;
  • door overmacht is gedwongen een strafbaar feit te begaan;
  • vanwege een noodzakelijke verdediging van eigen of andermans lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding een              strafbaar feit begaat;
  • de grenzen van bovenstaande noodweer overtreedt gevolgens een hevige gemoedsbeweging, veroorzaakt door de aanranding;
  • een strafbaar feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift;
  • een strafbaar feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel, gegeven door het daartoe bevoegde gezag;
  • Een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft de strafbaarheid niet op, tenzij het door de ondergeschikte te goeder trouw als bevoegd gegeven werd          beschouwd en de nakoming daarvan binnen de kring van zijn ondergeschiktheid was gelegen.


Artikel VII-2 Vormfouten

  1. De (hulp-)Officier van justitie en de rechter kan/kunnen, indien blijkt dat bij het voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld en de rechtsgevolgen hiervan niet uit de wet blijken, bepalen dat:
  2. de hoogte van de straf in verhouding tot de ernst van het verzuim, zal worden verlaagd, indien het door het verzuim veroorzaakte nadeel langs deze weg kan worden gecompenseerd;
  3. de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, niet mogen bijdragen aan het bewijs van het telastegelegde feit;
  4. de verdachte uitgesloten is van rechtsvervolging;
  5. De in lid 4 toegepaste sanctie kan enkel worden gebruikt indien door het verzuim geen sprake kan zijn van een behandeling van de zaak die aan de beginselen van een behoorlijke procesorde voldoet.
  6. Bij de toepassing van de sancties in lid 2, 3 en 4 dient rekening gehouden te worden met het Schutznorm-beginsel
  7. Met onherstelbaar vormverzuim wordt onder andere bedoeld:

 

  • een vooringenomen, sturende, druk uitoefenende manier van verhoren;
  • wanneer ontlastende informatie wordt verzwegen, en/of bewijsmateriaal wordt vernietigd;
  • het tappen van een met geheimhoudingsplicht bezwaarde professional, zoals arts, notaris, geestelijke, apotheker, advocaat;
  • het voeren van een meinedig proces-verbaal zijnde tegenstrijdigheid met andere processen-verbaal, camerabeelden, geluidsopnamen;
  • inbreuk op het recht van een verdachte op aanwezigheid van een advocaat tijdens een huiszoeking (en andere rechten van een verdachte), ook wel een verdedigingsrecht genoemd, bestaat er voor de (hulp-)Officier van justitie en de rechter een mogelijkheid om de inbreuk te herstellen.


Artikel VII-3 Strafvermindering (44a.2 SR)
1.Wanneer besloten wordt tot een strafvermindering kan als leidraad gebruikt worden:

  • vermindering van maximaal de helft bij een onvoorwaardelijke tijdelijke vrijheidsstraf, taakstraf of geldboete, of
  • de omzetting van maximaal de helft van het onvoorwaardelijke gedeelte van een vrijheidsstraf, taakstraf of van een geldboete in een voorwaardelijk gedeelte, of
  • de vervanging van maximaal een derde gedeelte van een vrijheidsstraf door taakstraf of een onvoorwaardelijke geldboete.

  
2. Strafverminderingsgronden worden bepaald in overleg tussen overheid en verdachte met bijstand van advocaat. Hierin meegenomen worden:

  • eventuele eerdere vergrijpen (en/of het gebrek daar aan);
  • goed gedrag en meewerking van de verdachte tijdens en na zijn of haar aanhouding;
  • verzachtende omstandigheden;
  • overmacht als gevolg van Stadsproblemen ("storm");
  • proportionaliteit;
  • aandeel van de verdachte in het geheel, indien er sprake is van een grootschalige overtreding met meerdere partijen.


Titel VIII - Overige
Artikel VIII-1 Niet voldoen aan een bevel of vordering (184 SR)

  1. Schuldig is een persoon die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of vordering dat krachtens wettelijk voorschrift wordt gegeven door een ambtenaar in functie.
  2. Schuldig is een persoon die opzettelijk een ambtenaar in functie belemmert in de uitvoering daarvan.

Artikel VIII-2 Belediging (266 SR)

 

  1. Schuldig is een persoon die opzettelijk een ander belegdigt op straffe van een boete van €1200,- per geval.
  2. Wanneer de belediging opzettelijk is geuit richting een ambtenaar in functie wordt de boete uit lid 1 verdubbeld.

Artikel VIII-3 Opgeven valse gegevens (435 SR)

  1. Schuldig is een persoon die bij vordering van een ambtenaar in functie valse gegevens opgeeft, op straffe van een boete van €250,- per geval.

Artikel VIII-4 Niet op eerste vordering tonen van identiteitsbewijs (447e SR)

  1. Schuldig is een persoon die geen gehoor geeft aan een vordering tot inzage van het identiteitsbewijs door een ambtenaar in functie, wanneer dit in het kader van de wet door de ambtenaar als noodzakelijk wordt geacht, op straffe van een boete van €320,- per geval.

Artikel VIII-5 Openbare dronkenschap (453 SR)

  1. Schuldig is een persoon die zich begeeft in de openbare ruimte terwijl hij of zij in kennelijke staat van dronkenschap verkeert.

 


Artikel VIII-6 Dragen van gezichtsbedekkende kledij (1 Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding)

  1. Schuldig is een persoon die kleding draagt, die het gezicht geheel bedekt of zodanig bedekt dat alleen de ogen onbedekt zijn, dan wel onherkenbaar maakt, op straffe van een boete van €200,- per geval.
  2. Het eerste lid is niet van toepassing, voor zover kleding als bedoeld in dat lid:
  • wordt gedragen door cliënten, patiënten of hun bezoekers in residentiële delen van zorginstellingen,
  • noodzakelijk is ter bescherming van het lichaam in verband met de gezondheid of de veiligheid,
  • noodzakelijk is in verband met eisen die aan de uitoefening van een beroep of sport worden gesteld,
  • passend is in verband met het deelnemen aan een feestelijke of een culturele activiteit.

Artikel VIII-7 Identiteitsfraude

  1. Schuldig is een persoon die zich uitgeeft als iemand anders, onder naam van iemand anders, in naam van iemand anders, of gelieerd aan iemand anders met als doel daaruit een gewin te behalen in brede zin.


Artikel VIII-8 Deelname aan een criminele organisatie

  1. Schuldig is een persoon die deelneemt aan, steun verleent aan, of gelieerd is aan een organisatie die tot doel heeft het plegen van misdrijven.
  2. Ten aanzien van de oprichters, leiders of bestuurders kunnen de gevangenisstraffen met een derde worden verhoogd.
  3. Onder deelneming als omschreven in het eerste lid wordt mede begrepen het verlenen van geldelijke of andere stoffelijke steun aan alsmede het werven van gelden of personen ten behoeve van de daar omschreven organisatie

Artikel VIII-9 Lokaalvredebreuk (139 SR)

  1. Schuldig is een persoon die in een voor de openbare dienst bestemd lokaal, besloten erf of openbare ruimte, wederrechtelijk binnendringt, of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijdert.
  2. Schuldig is een persoon die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder voorkennis van de bevoegde ambtenaar en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.


Artikel VIII-10 Huisvredebreuk (138 SR)

  1. Schuldig is een persoon die een woning of besloten lokaal of erf bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert.
  2. Schuldig is een persoon die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van lockpicks, van een valse order of vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.


Artikel VIII-11 Betreden van verboden domein

  1. Schuldig is een persoon die zonder daartoe gerechtigd is, over iemand anders zijn grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door den rechthebbende is verboden, loopt, rijdt of vee laat lopen.
  2. Schuldig is een persoon die zonder daartoe gerechtigd is, over bij wet geclassificeerde verboden domeinen te lopen, rijden, varen, vliegen of landen zonder nadrukkelijke en aantoonbaar toestemming te hebben verkregen van de Politie of Koninklijke Marechaussee

Bij wet geclassificeerde verboden domeinen:

  • Gevangenis
  • Legerbasis
  • Vliegdekschip


Artikel VIII-12 Recht op bijstand Advocaat tijdens huiszoeking (artikel 99a sv)

  1. De verdachte is bevoegd zich tijdens het doorzoeken van plaatsen door zijn advocaat te doen bijstaan, zonder dat de doorzoeking daardoor mag worden opgehouden.


Artikel VIII-13 Misdrijven tegen de openbare orde (131 SR)

  1. Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit, wordt gestraft volgens onderstaande tabel.


Artikel VIII-14 Misdrijven tegen het openbaar gezag (189 SR)

  1. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij opzettelijk iemand helpt die schuldig is aan of verdacht wordt van een misdrijf om te ontsnappen aan de opsporing of aanhouding door ambtenaren in functie.
  2. Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij opzettelijk voorwerpen vernietigt of ontneemt om de inbeslagname door een ambtenaar in functie te voorkomen of te hinderen.

Titel IX – Schadevergoeding
Artikel IX-1 (Im)materiële schadevergoeding voor onterechte inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis (artikel 533 sv)

  1. Indien de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige oplegging, doch op grond van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten, wordt hem een vergoeding uit de overheid kas toegekend voor de schade welke hij ten gevolge van ondergane inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis heeft geleden.
  2. Onder een vergoeding, als bedoeld in het eerste lid vallen o.a. kosten van een advocaat, vergoeding vanwege onterechte detentie/vrijheidsberoving en misgelopen inkomsten vanwege het niet kunnen uitvoeren van persoon zijn werk.
  3. Vergoedingen zoals opgenomen in onderstaande tabel is gebaseerd op onterechte detentie en misgelopen inkomsten van het niet kunnen werken. Vergoeding van de advocaat wordt bepaald aan de hand van de daadwerkelijke kosten van de advocaat.
  4. Het eisen van een vergoeding is alleen mogelijk indien een advocaat is betrokken bij de zaak.
  5. Een uitzondering op lid 4 is indien vanuit de politie wordt besloten dat de persoon vrij wordt gesproken zonder dat er op dat moment een advocaat bij de zaak betrokken is. 
  6. Het schadevergoeding document kan alleen worden ondertekend door een Leidinggevende.
  7. Een Schadevergoeding wordt uitgekeerd vanuit Justitie op vertoon van het schadevergoeding document.


Artikel IX-2 (Im)materiële schadevergoeding voor buitensporig geweld door overheidsmedewerker

  1. De overheidsmedewerker die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, is bevoegd in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening geweld of vrijheidsbeperkende middelen te gebruiken, wanneer het daarmee beoogde doel dit, mede gelet op de aan het gebruik hiervan verbonden gevaren, rechtvaardigt en dat doel niet op een andere wijze kan worden bereikt. Aan het gebruik van geweld gaat zo mogelijk een waarschuwing vooraf.
  2. Bij bepaling of buitensporig geweld van toepassing is wordt uitgegaan van Artikel A9 lid 3 Subsidiariteit en Artikel A9 lid 4 Proportionaliteit.
  3. Subsidiariteit geeft aan of geweld gebruikt mag worden mits het doel niet op een andere manier kan worden bereikt.
  4. Proportionaliteit geeft aan dat de overheidsmedewerker die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, niet méér geweld mag gebruiken dan nodig is. Belangrijk is dat het gebruikte geweld altijd in verhouding staat met de ernst van de situatie en het misdrijf.
  5. Indien niet is voldaan aan de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit en er is sprake van buitensporig geweld met schade tot gevolg, dan is de politie en/of KMAR aansprakelijk voor de veroorzaakte schade. De schadevergoeding wordt bepaald aan de hand van onderstaande vergoeding tabel.
  6. Het eisen van een vergoeding is alleen mogelijk indien een advocaat is betrokken bij de zaak.
  7. Een uitzondering op lid 6 is indien vanuit de politie of KMAR zelf wordt aangegeven dat er buitensporig geweld is gebruikt zonder dat er op dat moment een advocaat bij de zaak betrokken is. 
  8. Het schadevergoeding document kan alleen worden ondertekend door een advocaat.
  9. Schadevergoeding wordt uitgekeerd vanuit Justitie op vertoon van het schadevergoeding document.

Titel X – Algemene douanewet

Artikel X-1 Negeren van controle grensinspectiepost (1:1 - 1:31 Algemene Douanewet)

  1. Schuldig is een persoon die opzettelijk en wederrechtelijk een grensinspectiepost ontwijkt, daar waar hij redelijkerwijs deze grensinspectiepost zou moeten passeren.
  2. Schuldig is tevens een persoon die zich onthoudt van aanhouding dan wel controle door de politie en/of KMAR bij een grensinspectiepost.
  3. Niet schuldig is een persoon die een grensinspectiepost passeert dan wel ontwijkt of vermijdt terwijl deze op dat moment niet bemenst is met dienstdoend personeel.
  4. Niet schuldig is tevens een persoon die een grensinspectiepost passeert zonder controle wanneer deze persoon niet tijdig en duidelijk tot stilstand wordt gemaand door het dienstdoend personeel.
  5. Niet schuldig is tevens een persoon die, gelet op artikel 4, zijn of haar voertuig na passeren van de grens, met inachtneming van enige redelijkheid van afstand en tijd, tot stilstand brengt om alsnog te worden gecontroleerd.
  6. De straf gegeven voor de overtredingen als bedoeld in lid 1 en 2 wordt gegeven in de vorm van een boete van €10000 voor de eerste maal en €15000 voor alle opvolgende malen.

Artikel X-2 Bepalingen inzake douanetoezicht en douanecontrole (Artikel 1:26 en 1:27 en 1:28)
DEFINITIE TOELICHTING
Open water
Rivieren en riviermondingen, meren en zeeën van natuurlijke oorsprong die in directe verbinding staan met de open zee/oceaan. Met in directe verbinding staan wordt bedoeld: Een verbinding zonder obstakels, zoals een: dam(men), waterval(len), waterkering(en), etc. De directe verbinding dient voor schepen en of boten tevens bevaarbaar te zijn
Binnenland
Gebieden met een vast ondergrond (zand/aarde/steen)
Binnenwater
Rivieren, kanalen en meren zonder directe verbinding met de open zee/oceaan, die voor schepen en/of boten bevaarbaar zijn
De Koninklijke Marechaussee is bevoegd aan controle te onderwerpen:

  • Personen en/of vervoermiddelen en/of plaatsen voor distributie en overslag voor goederen die over de weg worden vervoerd, havens, haventerreinen, luchthavens, grensinspectiepost en luchtvaartterreinen.
  • Controle zoals beschreven in lid 1 is alleen van toepassing op gebieden die staan gemarkeerd als douanegebied op de douanekaart. Zie hiervoor de kaart douanegebieden in het wetboek.
  • Uitzondering op lid 1b betreft vervoersmiddelen en/of personen, die aantoonbaar door de Koninklijke Marechaussee, vanuit open water het binnenland of binnenwater betreden.
  • Onder controle in de zin van lid 1 wordt mede verstaan doorzoeking en fouillering.
  • Fouillering geschiedt op een besloten plaats door dienstdoend personeel die van hetzelfde geslacht zijn als de persoon die aan fouillering wordt onderworpen.
  • Onder fouillering zoals beschreven in lid 2 en lid 3 wordt verstaan: het onderzoek aan de kleding; en/of het verwijderen van de kleding, teneinde deze aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Verwijderen van onderkleding is niet toegestaan.
  • De Koninklijke Marechaussee is bevoegd met het oog op de uitoefening van de bevoegdheden, zoals bedoeld in dit artikel, de bestuurder dan wel de gezagvoerder van het vervoermiddel te vorderen dat deze zijn vervoermiddel vaart laat minderen, bijdraait, landt, stilhoudt, naar een door hem aangewezen plaats overbrengt, aanlegt en de motor buiten werking stelt. De in dit lid bedoelde personen zijn gehouden aan de vordering te voldoen.
  • De Koninklijke Marechaussee is bevoegd personen die aanwezig zijn in of op de in dit artikel bedoelde locaties of vervoermiddelen of deze juist gaan betreden of hebben verlaten aan fouillering te onderwerpen.
  • De Koninklijke Marechaussee maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voorzover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.

Titel XI – Bewijs
Artikel XI-1 Het opsporingsonderzoek (Artikel 141 SV)

Met de opsporing van strafbare feiten zijn belast:

  • de (hulp)officieren van justitie;
  • de ambtenaren van politie voor zover zij zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak;
  • de ambtenaren van de Koninklijke Marechaause;
  • de opsporingsambtenaren van de Recherche en Dienst Speciale Interventies (DSI);
  • De bevoegdheid van ambtenaren die met de opsporing van strafbare feiten zijn belast, is beperkt tot het gebied waarvoor zij zijn aangesteld;

Artikel XI-2 Wettige bewijsmiddelen (Artikel 338/339 SV)

  1. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan alleen worden aangenomen, indien de inhoud van wettige bewijsmiddelen de rechter de overtuiging heeft dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan.
  2. Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:
  3. eigen waarneming van de rechter. Denk hierbij bijvoorbeeld aan foto- en videomateriaal die de rechter op de zitting te zien krijgt.
  4. verklaringen van de verdachte. Onder verklaring van de verdachte wordt verstaan de bij het onderzoek gedane opgave van feiten of omstandigheden, door verdachte zelf waargenomen of ondervonden. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van verdachte;
  5. verklaringen van een getuige. Onder verklaring van een getuige wordt verstaan de bij het onderzoek gedane mededeling van feiten of omstandigheden, welke hij zelf waargenomen of ondervonden heeft. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige;
  6. verklaringen van een deskundige. Onder verklaring van een deskundige wordt verstaan de bij het onderzoek afgelegde verklaring en oordeel op basis van zijn wetenschap en kennis;
  7. schriftelijke stukken;
  8. een verklaring van een ambtenaar onder ambtseed;
  9. (audio)visueel bewijs, zoals bodycambeelden of foto's.
  10. Onder schriftelijke stukken worden verstaan:
  11. processen-verbaal en andere geschriften, in de wettelijke vorm opgemaakt door colleges en personen, die daartoe bevoegd zijn, met mededeling van feiten of omstandigheden, door hen zelf waargenomen of ondervonden;
  12. verslagen van deskundigen met het antwoord op de opdracht die aan hen is verleend tot het verstrekken van informatie of het doen van onderzoek, gebaseerd op wat hun wetenschap en kennis hen leren omtrent datgene wat aan hun oordeel onderworpen is;
  13. alle andere geschriften; deze kunnen alleen gelden in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen;
  14. Er geldt een bewijsminimum van één bewijsstuk als het/de strafbare feit(en) volledig en overtuigend bewezen kunnen worden. Indien dit niet het geval is, dan zijn minimaal 2 bewijsstukken vereist. Dit betekent concreet dat de identiteit van de verdacht(en) en de exacte feiten en omstandigheden, bijvoorbeeld of er sprake is van opzet voor zover van toepassing, duidelijk moeten worden.
  15. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft gepleegd, kan worden aangenomen op alleen het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar.
  16. Feiten of omstandigheden van algemene bekendheid behoeven geen bewijs.